ECLI:NL:CRVB:2011:BQ1230
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 13 april 2011 uitspraak gedaan. Appellant had zijn aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ingediend, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv handhaafde zijn standpunt na een medisch onderzoek door een bezwaarverzekeringsarts. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de functionele mogelijkheden van appellant correct waren vastgesteld.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het Uwv meer beperkingen had moeten aannemen en dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig genoeg was. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat het medisch onderzoek adequaat was en dat alle relevante medische informatie in de beoordeling was meegenomen. De Raad heeft de argumenten van appellant in hoger beroep niet overtuigend geacht en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Er werd geen aanleiding gezien om het Uwv te veroordelen tot schadevergoeding of om de proceskosten van appellant te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de rol van de rechtbank in het toetsen van de besluiten van het Uwv.