ECLI:NL:CRVB:2011:BQ1127
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- W.F. Claessens
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van procesbelang in hoger beroep inzake bijstandsverlening en proceskosten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellante geen procesbelang meer had, omdat de slotbalans inmiddels was ingeleverd en het College impliciet uitstel van betaling had verleend. Appellante stelde in hoger beroep dat zij wel degelijk schade had geleden, met name in de vorm van proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het belang bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak niet kon zijn gelegen in de mogelijkheid tot het verkrijgen van een veroordeling in de gemaakte proceskosten. De bevoegdheid van de administratieve rechter tot proceskostenveroordeling is niet beperkt tot gevallen waarin het beroep gegrond wordt verklaard. De Raad merkte op dat een belang bij gegrondverklaring van het beroep wel aanwezig kan zijn indien om toepassing van artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is gevraagd, maar appellante had een dergelijk verzoek niet gedaan.
De Raad concludeerde dat appellante geen procesbelang meer had bij de beoordeling van het besluit van 6 november 2007 en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 12 april 2011, waarbij de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak bevestigde.