ECLI:NL:CRVB:2010:BP0077

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-3734 WW e.a.
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenvergoeding in hoger beroep met betrekking tot sociale zekerheidszaken

In deze zaak, die voor de Centrale Raad van Beroep is behandeld, gaat het om hoger beroep van 29 appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 26 mei 2009. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. W.A. Braams, hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank met betrekking tot hun aanvragen voor sociale zekerheidsuitkeringen. De Raad heeft vastgesteld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 17 september 2010 met nadere besluiten geheel aan de bezwaren van de appellanten tegemoet is gekomen, wat heeft geleid tot de intrekking van de hoger beroepen. De appellanten hebben verzocht om vergoeding van de proceskosten, die door het Uwv zijn erkend en waarvoor een bedrag van € 1.932,-- is vastgesteld. De Raad heeft de kosten berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij een wegingsfactor van 1,5 is toegepast vanwege de samenhangende zaken. De uitspraak is gedaan op 20 december 2010, waarbij de Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van de appellanten moet worden veroordeeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier heeft de beslissing vastgelegd.

Uitspraak

09/3734 WW e.a.
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met de hoger beroepen van:
[appellant 1], wonende te [woonplaats], en 28 andere appellanten zoals in het aanhangsel vermeld (hierna: appellanten),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 26 mei 2009, met de registratienummers zoals in het aanhangsel vermeld,
in de gedingen tussen:
appellanten
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 20 december 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellanten heeft mr. W.A. Braams, advocaat te Eindhoven, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft verweerschriften ingediend en nadere besluiten ingezonden.
Bij brieven van 30 september 2010 heeft mr. Braams namens appellanten de hoger beroepen ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten.
Het Uwv heeft zich bereid verklaard de kosten te vergoeden met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
II. OVERWEGINGEN
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 21 van de Beroepswet is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Het Uwv is met nadere besluiten van 17 september 2010 geheel aan de bezwaren van appellanten tegemoetgekomen. De hoger beroepen zijn om die reden ingetrokken.
Appellanten hebben tijdig verzocht om vergoeding van de kosten in verband met de behandeling in bezwaar. Nu de primaire besluiten wegens een aan het Uwv te wijten onrechtmatigheid zijn herroepen, is voldaan aan de vereisten van artikel 7:15, tweede en derde lid, van de Awb. De Raad zal met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in verbinding met artikel 7:15, tweede tot en met vierde lid, van de Awb het Uwv veroordelen in de kosten van appellanten in verband met de behandeling van het bezwaar. De Raad ziet voorts aanleiding om het Uwv te veroordelen in de kosten die appellanten in verband met de behandeling van hun beroepen en hoger beroepen redelijkerwijs hebben moeten maken. De kosten worden ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 483,-- in bezwaar, op € 966,-- in beroep en op € 483,-- in hoger beroep, voor verleende rechtsbijstand. Bij de berekening is de wegingsfactor 1,5 toegepast, die gehanteerd wordt bij 4 of meer samenhangende zaken.
Voor het betaalde griffierecht kunnen appellanten zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Veroordeelt het Uwv in de kosten van appellanten tot een bedrag van € 1.932,--.
Deze uitspraak is gedaan door G.A.J. van den Hurk als voorzitter en H.G. Rottier en B.M. van Dun als leden, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 december 2010.
(get.) G.A.J. van den Hurk.
(get.) P. Boer.
IvR
Aanhangsel: volledige lijst van registratienummers
Procedurenummer Appellanten Procedurenummer rechtbank
Centrale Raad van
Beroep
09/3734 WW [appellant 1] 08/1478
09/3735 WW [appellant 2] 08/1479
09/3736 WW [appellant 3] 08/1481
09/3737 WW [appellant 4] 08/1482
09/3738 WW [appellant 5] 08/1484
09/3739 WW [appellant 6] 08/1485
09/3740 WW [appellant 7] 08/1486
09/3741 WW [appellant 8] 08/1491
09/3742 WW [appellant 9] 08/1493
09/3743 WW [appellant 10] 08/1495
09/3744 WW [appellant 11] 08/1496
09/3745 WW [appellant 12] 08/1497
09/3746 WW [appellant 13] 08/1498
09/3747 WW [appellant 14] 08/1499
09/3748 WW [appellant 15] 08/1500
09/3749 WW [appellant 16] 08/1501
09/3750 WW [appellant 17] 08/1503
09/3751 WW [appellant 18] 08/1504
09/3752 WW [appellant 19] 08/1505
09/3753 WW [appellant 20] 08/1506
09/3754 WW [appellant 21] 08/1507
09/3755 WW [appellant 22] 08/1509
09/3756 WW [appellant 23] 08/1510
09/3757 WW [appellant 24] 08/1511
09/3758 WW [appellant 25] 08/1512
09/3759 WW [appellant 26] 08/1513
09/3760 WW [appellant 27] 08/1514
09/3761 WW [appellant 28] 08/1515
09/3762 WW [appellant 29] 08/1516