ECLI:NL:CRVB:2009:BK5717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- H.R. Rottier
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om toepassing van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 9 november 2009, is een verzoek afgewezen om toepassing van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het verzoek was ingediend door H. van den Noort, die als gemachtigde van de betrokkenen bezwaar maakte tegen de persoon van mevrouw L.A.P. ter Laak, die als gemachtigde van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) optrad. Van den Noort stelde dat er ernstige bezwaren bestonden tegen Ter Laak, wat volgens hem aanleiding gaf om haar als gemachtigde te weigeren.
De Raad overwoog dat artikel 8:25 van de Awb partijen beschermt tegen gemachtigden die ernstige schade kunnen toebrengen. Van den Noort had in zijn bezwaar verwezen naar bijlagen, maar de Raad oordeelde dat de door hem aangevoerde bezwaren niet voldeden aan de voorwaarden van artikel 8:25. De Raad benadrukte dat partijen in beginsel vrij zijn in hun keuze van vertegenwoordiging en dat de bezwaren van Van den Noort niet voldoende waren om de weigering van Ter Laak te rechtvaardigen.
De beslissing werd genomen door de voorzitter G.A.J. van den Hurk en de leden H.R. Rottier en B.M. van Dun, in aanwezigheid van griffier P. Boer. De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde datum als de beslissing, 9 november 2009. De Raad wees het verzoek om toepassing van artikel 8:25 van de Awb af, waarmee de betrokkenen niet in hun bezwaar werden gehonoreerd.