ECLI:NL:CRVB:2009:BK4164
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum toekenning bijstand en bijzondere omstandigheden bij WWB
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van de bijstandsverlening aan appellant, die sinds 15 augustus 2004 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant heeft op 16 maart 2005 gemeld dat hij was gaan werken, waarna het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten zijn bijstand heeft opgeschort. Na het beëindigen van zijn werkzaamheden op 5 mei 2005 heeft appellant op 26 mei 2005 een nieuwe bijstandsaanvraag ingediend. Het College heeft bij besluit van 27 juni 2005 de bijstand opnieuw toegekend met ingang van de datum van de aanvraag, maar appellant was van mening dat hij recht had op bijstand met terugwerkende kracht tot een eerdere datum, namelijk 6 of 9 mei 2005.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 17 november 2009 geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum van de bijstand rechtvaardigden. De Raad verwijst naar de vaste rechtspraak dat bijstand in beginsel niet wordt verleend over een periode voorafgaand aan de datum van de bijstandsaanvraag. Appellant had kunnen en moeten weten dat hij opnieuw bijstand moest aanvragen na het beëindigen van zijn werkzaamheden, aangezien hij eerder al bijstand had ontvangen en op de hoogte was van de voorwaarden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellant tegen het besluit van het College ongegrond had verklaard.
De Raad heeft geen aanleiding gezien om het College te veroordelen in de proceskosten, en bevestigt de aangevallen uitspraak. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J.C.F. Talman als voorzitter en A.B.J. van der Ham en W.F. Claessens als leden, in aanwezigheid van griffier C. de Blaeij.