ECLI:NL:CRVB:2009:BK1241
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herroeping van maatregel bij overlijden van betrokkene in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de herroeping van een maatregel die was opgelegd aan [S.], die inmiddels is overleden. De zaak betreft een geschil tussen de erfgenaam van [S.] en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage. De Raad heeft vastgesteld dat het College de eerder opgelegde maatregel aan [S.] volledig heeft herroepen. Dit gebeurde naar aanleiding van een besluit van 19 maart 2007, waarin het College erkende dat er sprake was van dringende redenen om van de maatregel af te zien, gezien de leeftijd en afhankelijkheid van [S.].
De rechtbank had eerder het beroep van [S.] tegen het besluit van 19 maart 2007 niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een rechtens te honoreren procesbedrag. De erfgenaam, appellante, heeft in hoger beroep aangevoerd dat er procesbelang is, omdat duidelijkheid over de dringende redenen van belang is voor de voortgezette procedure. De Raad oordeelt echter dat het belang van [S.] bij een beoordeling van het besluit is komen te vervallen door haar overlijden. De herroepen maatregel kan geen gevolgen meer hebben voor een langdurigheidstoeslag of eventuele recidive.
De Raad concludeert dat appellante onvoldoende procesbelang heeft en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A.B.J. van der Ham als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 5 oktober 2009.