ECLI:NL:CRVB:2009:BK0715
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsmaatregel na ziekmelding en arbeidsbelemmerend gedrag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. De zaak betreft de herziening van een bijstandsmaatregel die was opgelegd aan betrokkene, die sinds maart 2005 bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Betrokkene had een arbeidsovereenkomst gesloten, maar na een ziekmelding op 3 mei 2006 werd haar bijstand beëindigd. De gemeente Nijmegen stelde dat betrokkene verwijtbaar arbeidsbelemmerend gedrag had vertoond, maar de rechtbank oordeelde dat er geen voldoende medische onderbouwing was voor deze claim.
De Centrale Raad van Beroep onderschreef het oordeel van de rechtbank dat niet zonder nader medisch onderzoek kan worden gesteld dat betrokkene verwijtbaar gedrag heeft vertoond. De Raad benadrukte dat het aan de appellant is om aan te tonen dat de ziekmelding van betrokkene niet op medische gronden berustte. Appellant had echter geen nader medisch onderzoek laten verrichten, omdat hij dit na zoveel jaar niet meer zinvol achtte. De Raad besloot daarom dat de bijstandsmaatregel, die was opgelegd bij het toekenningsbesluit van 16 juni 2006, moest worden herroepen.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en veroordeelde appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 322,--. Tevens werd bepaald dat er griffierecht van € 428,-- moest worden geheven. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling in zaken die betrekking hebben op arbeidsongeschiktheid en bijstandsverlening.