ECLI:NL:CRVB:2009:BJ2302

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-4822 WW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van proceskosten in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2009 uitspraak gedaan ter rectificatie van een eerdere uitspraak van 18 februari 2009, met nummer 06/4822 WW. De appellant had verzocht om correctie van de uitspraak vanwege een onjuiste vaststelling van de proceskosten. De Raad heeft beide partijen de gelegenheid gegeven om te reageren op het voornemen tot rectificatie. Beide partijen hebben ingestemd met de voorgenomen rectificatie. De Raad heeft vastgesteld dat in de eerdere uitspraak een vergissing was gemaakt in rechtsoverweging 6, waar ten onrechte een bedrag van € 322,-- was vermeld, terwijl dit € 644,-- moest zijn. Dit leidde tot een incorrect totaalbedrag in het dictum van de uitspraak van 18 februari 2009. De Raad heeft de uitspraak van 18 februari 2009 verbeterd, zodat het juiste totaalbedrag nu € 1.288,-- bedraagt, in plaats van het eerder vermelde bedrag van € 966,--. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier P. Boer.

Uitspraak

06/4822 WW-R
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
ter rectificatie van de uitspraak van de Raad van 18 februari 2009, 06/4822 WW, in het geding tussen:
[appellant] (hierna: appellant),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 10 juni 2009.
I. OVERWEGINGEN
1. De Raad heeft op 18 februari 2009 uitspraak gedaan in het geding met nummer 06/4822 WW.
2. Namens appellant is aan de Raad bij brief van 23 maart 2009 verzocht om deze uitspraak te corrigeren in verband met een onjuiste vaststelling van de proceskosten in beroep.
3. De Raad heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen genoemde uitspraak te rectificeren in verband met een onjuiste vaststelling van de proceskosten.
4. Beide partijen hebben laten weten akkoord te kunnen gaan met de voorgenomen rectificatie.
5.1. De Raad heeft vastgesteld dat in zijn uitspraak van 18 februari 2009 ten gevolge van een vergissing in rechtsoverweging 6, tweede volzin, ten onrechte sprake is van een bedrag van € 322,--; dit moet zijn een bedrag van € 644,--.
De in rechtsoverweging 6, tweede volzin, vermelde bedragen leiden derhalve tot een totaalbedrag van € 1.288,--, zodat in het dictum van de uitspraak van 18 februari ten onrechte sprake is van een bedrag van € 966,--.
5.2. De Raad ziet aanleiding deze vergissing te herstellen door rechtsoverweging 6, tweede volzin, en het dictum van de uitspraak van 18 februari 2009 in evenvermelde zin te herstellen, een en ander zoals weergegeven in het aan deze uitspraak gehechte gerectificeerde exemplaar.
II. BESLISSING
De Raad verbetert zijn uitspraak van 18 februari 2009, 06/4822 WW, als weergegeven onder 5.2.
Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier als voorzitter en B.M. van Dun en R.P.Th. Elshoff als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier, uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2009.
(get.) H.G. Rottier.
(get.) P. Boer.
BvW
46
+B