ECLI:NL:CRVB:2009:BH4079
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herroeping van maatregel wegens schending van de inlichtingenverplichting in het sociale zekerheidsrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 mei 2007, waarin het beroep tegen een besluit van het Dagelijks Bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân niet-ontvankelijk werd verklaard. Het besluit waartegen werd geprocedeerd, was genomen naar aanleiding van een heronderzoek en hield in dat de bijstandsverlening aan appellanten werd voortgezet, maar dat hun uitkering gedurende een maand met 10% werd verlaagd wegens het niet tijdig voldoen aan de inlichtingenverplichting.
Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Dagelijks Bestuur met een later besluit van 16 augustus 2006 de eerder opgelegde maatregel volledig heeft herroepen. Hierdoor is het procesbelang van appellanten bij de beoordeling van het besluit van 16 augustus 2006 in beginsel komen te vervallen. De Raad heeft verder overwogen dat de maatregel geen gevolgen heeft voor de langdurigheidstoeslag en dat het ingehouden bedrag volledig aan appellanten is terugbetaald.
De Raad concludeert dat er geen procesbelang meer is voor appellanten, aangezien het doel van de procedure, namelijk de vaststelling dat er geen sprake was van schending van de inlichtingenverplichting, reeds was bereikt met de herroeping van de maatregel. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 24 februari 2009.