ECLI:NL:CRVB:2009:BH1644
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- M.C. Bruning
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekpersoneel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 6 november 2007, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ongegrond werd verklaard. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing op zijn aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Zvoo-regeling over het tweede halfjaar van 2005. De minister had in een eerder besluit van 1 mei 2007 overwogen dat het aanvraagformulier van appellant niet was ontvangen door KPMG, de uitvoerder van de regeling, waardoor er geen beslissing kon worden genomen op de aanvraag.
Tijdens de zitting van 4 december 2008 zijn partijen niet verschenen. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. De Raad oordeelt dat de bewijslast en het bewijsrisico bij niet-aangetekende verzending in beginsel bij de afzender ligt. Appellant had gesteld dat hij het aanvraagformulier in mei 2006 had verzonden, maar deze stelling was niet met bewijsstukken gestaafd. De Raad komt tot de conclusie dat de grieven van appellant niet voldoende zijn om een uitzondering op de hoofdregel te maken.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat het hoger beroep geen doel treft. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan op 15 januari 2009 door de Centrale Raad van Beroep, met G.P.A.M. Garvelink-Jonkers als voorzitter en M.C. Bruning en K.J. Kraan als leden, in tegenwoordigheid van M.B. de Gooijer als griffier.