ECLI:NL:RBMNE:2015:4297
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Stapels-Wolfrat
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschillen over dwangsommen en niet-ontvankelijkheid van bezwaar in het kader van de Wwb en Wmo
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 15 juni 2015, gaat het om een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres had aanvragen ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar kreeg geen tijdige reactie van verweerder. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld en verzocht om vaststelling van dwangsommen. Verweerder heeft deze verzoeken afgewezen en het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, wat leidde tot beroep bij de rechtbank.
De rechtbank oordeelt dat de brieven van verweerder, waarin op de ingebrekestelling van eiseres werd gereageerd, geen besluiten zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat er geen bezwaar en beroep openstaat tegen deze brieven. De rechtbank verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I gegrond, vernietigt dit besluit en verklaart het bezwaar van eiseres tegen de brieven van 4 december 2013 en 12 februari 2014 niet-ontvankelijk. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.
Wat betreft het beroep met nummer UTR 14/5445, dat betrekking heeft op de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de brief van 10 juni 2014, oordeelt de rechtbank dat dit beroep ongegrond is. De rechtbank concludeert dat de brief geen besluit is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.