ECLI:NL:CRVB:2009:BH0979
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens termijnoverschrijding door ziekte gemachtigde
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding. De appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde A.V. Verweij, had beroep ingesteld tegen een besluit van de IB-Groep van 19 februari 2007. De rechtbank oordeelde dat de ziekte van de gemachtigde niet als overmacht kon worden aangemerkt, en dat de overschrijding van de beroepstermijn aan de appellante kon worden toegerekend.
Tijdens de zitting op 5 december 2008 heeft de IB-Groep, vertegenwoordigd door mr. P.E. Merema, een verweerschrift ingediend. De appellante herhaalde in hoger beroep haar eerdere grieven en voegde daaraan toe dat het belang bij het besluit van de IB-Groep zo groot was dat dit zou moeten leiden tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 16 januari 2009 geoordeeld dat de rechtbank de grieven van appellante afdoende had besproken en gemotiveerd waarom deze niet konden slagen. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van griffier A.C. Palmboom.