ECLI:NL:CRVB:2008:BD9365
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor belastingschade bij nabetaling WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De appellant, vertegenwoordigd door M.A.T. Huisman, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om een schadevergoeding te weigeren die verband houdt met belastingschade als gevolg van de brutering bij de nabetaling van zijn WAO-uitkering. De rechtbank had eerder het beroep ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 1 augustus 2008 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat het bezwaar van de appellant tegen het besluit van het Uwv van 12 augustus 2005 niet tijdig is ingediend, maar dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De gemachtigde van de appellant had eerder contact opgenomen met het Uwv en had de indruk gekregen dat de bezwaarprocedure al in gang was gezet. Dit heeft de Raad in overweging genomen bij zijn oordeel over de ontvankelijkheid van het bezwaar.
Wat betreft de inhoud van de zaak, heeft de Raad vastgesteld dat de appellant het schadebedrag niet gespecificeerd heeft, wat een reden is om de schadevergoeding te weigeren. De Raad benadrukt dat de appellant zich na ontvangst van een definitieve aanslag of een negatief antwoord op zijn verzoek om toepassing van de fiscale uitsmeerregeling met een gespecificeerd verzoek tot het Uwv kan wenden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, waarbij de wettelijke rente niet wordt toegewezen.