ECLI:NL:CRVB:2008:BC9332
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan bezwaar tegen oorspronkelijk besluit en intrekking bijstandsuitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 8 april 2008 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de Wet werk en bijstand (WWB). Appellanten ontvingen bijstand, maar het Dagelijks Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen te Ulft heeft de bijstandsuitkering ingetrokken op basis van de economische waarde van een auto die op naam van appellant stond geregistreerd. Dit leidde tot een terugvordering van bijstandsbetalingen over een periode van bijna twee jaar.
De Raad overweegt dat ingevolge artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit als het bezwaar tegen het oorspronkelijke besluit niet is ingediend. Dit geldt ook voor hoger beroep, zoals bepaald in artikel 6:24 van de Awb. De Raad verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk, omdat zij geen bezwaar heeft gemaakt tegen het oorspronkelijke besluit. Het hoger beroep van appellant wordt daarentegen gegrond verklaard, omdat het Dagelijks Bestuur niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de bijstandsuitkering is ingetrokken.
De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en het besluit van 27 januari 2006, en draagt het Dagelijks Bestuur op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens wordt het Dagelijks Bestuur veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn vastgesteld op € 1.288,--, en moet het griffierecht van € 142,-- aan appellant worden vergoed. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met G.A.J. van den Hurk als voorzitter en A.B.J. van der Ham en J.N.A. Bootsma als leden.