ECLI:NL:CRVB:2008:BC7329

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-3339 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring bezwaar wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in het kader van de AWBZ

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door Agis Zorgverzekeringen U.A. werd afgewezen. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de eigen bijdrage die hij verschuldigd was op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) voor zijn opname in verschillende zorginstellingen. Agis had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarop appellant in hoger beroep ging. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de brief van appellant van 22 januari 2004 niet als tijdig bezwaar tegen het besluit van 2 december 2003 kon worden aangemerkt, omdat deze niet specifiek naar dat besluit verwees. De Raad concludeerde dat de rechtbank de niet-ontvankelijkverklaring terecht in stand had gelaten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken. De Raad merkte op dat Agis nog niet had beslist op het bezwaar tegen het besluit van 12 januari 2004.

Uitspraak

07/3339 AWBZ
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant]
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 april 2007, 06/2826 (hierna: aangevallen uitspraak)
in het geding tussen
appellant
en
de onderlinge waarborgmaatschappij Agis Zorgverzekeringen U.A., gevestigd te Amersfoort (hierna: Agis)
Datum uitspraak: 5 maart 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appell[gemachtigde]] wonende te Duivendrecht, hoger beroep ingesteld.
Agis heeft een verweerschrift ingediend en nadere stukken ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 december 2007. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door [gemachtigde] en door haar dochter
[dochter]. Agis heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.A. Wood, werkzaam bij Agis.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 20 november 2003, aangevuld bij besluit van 2 december 2003, heeft Agis aan appellant medegedeeld dat hij vanaf 11 november 2003 een eigen bijdrage ingevolge het op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ) berustende Bijdragebesluit zorg is verschuldigd van € 106,-- per maand. De eigen bijdrage is verschuldigd in verband met de opname van appellant op de psychogeriatrische afdeling van de AWBZ-instelling Het Zonnehuis te Amstelveen van 11 november 2003 tot en met 19 januari 2004 en op De Lunahof te Duivendrecht, de psychogeriatrische afdeling van de AWBZ-instelling ’t Reygersbosch, vanaf 20 januari 2004.
1.2. Bij besluit van 12 januari 2004 heeft Agis aan appellant medegedeeld dat hij over de periode van 11 augustus 2003 tot en met 11 (lees: 10) november 2003 een eigen bijdrage is verschuldigd van € 271,88 per maand, in verband met zijn opname in de AWBZ-instelling Het Flevohuis te Amsterdam.
1.3. Bij brief van 22 januari 2004 is namens appellant bezwaar gemaakt “tegen peiljaar en beschikking eigen bijdrage m.b.t. ziektekosten [appellant]”.
1.4. Bij besluit van 20 maart 2004 heeft Agis aan appellant medegedeeld dat de met ingang van 11 november 2003 verschuldigde eigen bijdrage € 271,88 per maand bedraagt. Bij besluit van 28 januari 2005 is dit bedrag gewijzigd in € 253,48 per maand.
1.5. Bij brief van 25 januari 2006 heeft appellant, met verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 20 december 2005, nummer 05/5731 AWBZ, Agis verzocht over het eerste jaar van de opname op een psychogeriatrische afdeling geen eigen bijdrage op te leggen.
1.6. Agis heeft de brief van appellant van 25 januari 2006 opgevat als een bezwaarschrift tegen het besluit van 20 november 2003 en het bezwaar bij besluit van 12 juli 2006 niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn.
1.7. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank Amsterdam het beroep tegen het besluit van 12 juli 2006 ongegrond verklaard.
2. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de brief van 22 januari 2004 geacht moet worden - ook - een bezwaarschrift in te houden tegen het besluit van 2 december 2003 waarbij het besluit van 20 november 2003 is aangevuld. Dat betekent dat destijds wel tijdig bezwaar is gemaakt.
3.1. De Raad volgt appellant hierin niet. De brief van 22 januari 2004 verwijst niet naar een besluit van een bepaalde datum waartegen het bezwaar is gericht. Ook uit de gronden van het bezwaar kan dit niet worden opgemaakt. In de aanhef van de brief wordt verwezen naar het AGB-nummer 471078. Dat is het AGB-nummer dat is vermeld op het besluit van 12 januari 2004. Het aanvullende besluit van 2 december 2003 en de besluiten van 20 maart 2004 en 28 januari 2005 vermelden als AGB-nummer 470016. Het besluit van 20 november 2003 vermeldt geen AGB-nummer, maar wel een Lisz-nummer: 470016. Op grond hiervan is niet aannemelijk dat het bezwaarschrift van 22 januari 2004 - ook - was gericht tegen het besluit van 2 december 2003.
3.2. Uit het onder 3.1 overwogene volgt dat de rechtbank de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar terecht in stand heeft gelaten, zodat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
3.3. Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de Raad geen grond.
3.4. Ter voorlichting van partijen wijst de Raad erop dat de Raad bij uitspraak van
4 maart 2008, LJN: BC6299, in het hoger beroep tegen de onder 1.5 bedoelde uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage heeft geoordeeld dat in geval van opname in een AWBZ-instelling in verband met een psychogeriatrische aandoening ook over het eerste jaar van de opname een eigen bijdrage is verschuldigd. Dit betekent dat Agis op een wel ontvankelijk bezwaar tegen het besluit van 20 november 2003 zoals aangevuld bij het besluit van 2 december 2003, geen andere beslissing had kunnen nemen dan ongegrondverklaring daarvan.
3.5. Voor de goede orde merkt de Raad ten slotte op dat Agis nog niet heeft beslist op het bezwaar tegen het besluit van 12 januari 2004.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons als voorzitter en R.M. van Male en
J.N.A. Bootsma als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van S.R. Bagga als griffier, uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2008.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) S.R. Bagga.