ECLI:NL:CRVB:2008:BC1310
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- D.W.M. Kaldenhoven
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning WAJONG-uitkering met eerdere ingangsdatum
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2005, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 1 december 2004 besloten om aan appellante geen Wajong-uitkering toe te kennen met ingang van 2 december 1997. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de belastbaarheid van appellante, en dat de in de geduide functies optredende belastingen haar belastbaarheid niet te boven gingen.
Appellante, die lijdt aan het chronische vermoeidheidssyndroom en fibromyalgie, stelde in hoger beroep dat er wel sprake is van een bijzonder geval. Ter ondersteuning van haar standpunt overhandigde zij brieven van medische centra. De Centrale Raad van Beroep bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de argumenten van appellante in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten boden die tot een ander oordeel konden leiden. De toekenning van een Wajong-uitkering per 26 januari 2006 was niet relevant voor de beoordeling van de situatie in 1997, aangezien deze toekenning verband hield met een klinische opname die in 2006 plaatsvond.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om een medische deskundige te benoemen voor nader onderzoek en dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J. Brand als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 4 januari 2008.