ECLI:NL:CRVB:2007:BB8684
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herhaalde aanvraag voor WAO-uitkering zonder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 8 juni 2006, waarin de aanvraag voor een WAO-uitkering werd afgewezen. Appellante had verzocht om terug te komen van een eerder besluit van 4 juli 2003, waarin haar aanvraag voor een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) was afgewezen omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 november 2007 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante in hoger beroep geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die de eerdere afwijzing van haar aanvraag zouden kunnen rechtvaardigen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de door de huisarts en reumatoloog van appellante gestelde diagnose van fibromyalgie was gebaseerd op reeds bekende medische gegevens, en dat er derhalve geen sprake was van een novum in de zin van artikel 4:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. De Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht om een proceskostenveroordeling uit te spreken. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en de Raad heeft de zaak afgesloten zonder verdere gevolgen voor appellante.