ECLI:NL:CRVB:2007:BA8852
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Stam
- D.W.M. Kaldenhoven
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-schatting en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 7 februari 2005, die het beroep tegen het besluit van het Uwv van 9 september 2004 ongegrond verklaarde. Het Uwv had in dat besluit de arbeidsongeschiktheid van appellante vastgesteld op 45-55% per 5 juli 2004. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M.J.P. Penners, stelt dat haar arbeidsongeschiktheid ten onrechte is onderschat en dat zij recht heeft op een uitkering op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante beoordeeld en geconcludeerd dat er geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd die de eerdere vaststelling van de verzekeringsartsen zouden ondermijnen. De Raad is van mening dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd waarom de aan appellante voorgehouden functies, gezien haar medische beperkingen, vervuld kunnen worden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante geen doel treft.
De uitspraak werd gedaan op 2 juli 2007, waarbij de Raad geen termen aanwezig achtte voor een proceskostenveroordeling. De zitting vond plaats op 21 mei 2007, maar appellante en haar gemachtigde waren niet aanwezig, terwijl het Uwv vertegenwoordigd was door M.E. Braak. De uitspraak werd openbaar gedaan in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven.