ECLI:NL:CRVB:2007:BA8589
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Stam
- D.W.M. Kaldenhoven
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank Arnhem inzake WAJONG-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 1 december 2004, waarin het beroep van appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een besluit waartegen beroep openstond, maar dat het ging om een primaire beslissing. Appellant had op 17 augustus 2004 een brief ingediend, die volgens de rechtbank als bezwaarschrift naar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) moest worden doorgestuurd. In de aangevallen uitspraak werd appellant als enige partij aangemerkt, terwijl het Uwv niet op de hoogte was gesteld van het beroep.
In hoger beroep heeft appellant zijn beschuldigingen richting het Uwv herhaald. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het Uwv niet als partij had aangemerkt. De Raad stelde vast dat het Uwv betrokken moest worden bij de procedure, zodat kon worden vastgesteld tegen welk besluit het beroep van appellant zich richtte. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verwees de zaak terug naar de rechtbank, met de opmerking dat dit niet betekent dat de rechtbank appellant in zijn beroep moet ontvangen of zijn beroep gegrond moet verklaren. De Raad besloot dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.C. Stam als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak vond plaats op 2 juli 2007, waarbij het Uwv aan appellant het door hem in hoger beroep betaalde griffierecht van € 102,- moest vergoeden.