ECLI:NL:CRVB:2007:BA8152
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen bericht over rentedragende lening
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van 8 september 2006, waarin haar bezwaar tegen het besluit van de IB-Groep van 2 december 2005 niet-ontvankelijk werd verklaard. De IB-Groep had in het 'Bericht Terugbetalen 2005' van 6 oktober 2005 een overzicht van de schuld van appellante verstrekt, maar dit bericht werd door de IB-Groep niet als een besluit beschouwd dat rechtsgevolgen met zich meebracht. Appellante was het niet eens met de hoogte van de schuld en stelde dat deze was ontstaan door een fout van de IB-Groep.
Tijdens de zitting op 4 mei 2007 was appellante aanwezig, terwijl de IB-Groep werd vertegenwoordigd door mr. drs. K. Meijer. De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk was, omdat het 'Bericht Terugbetalen 2005' geen wijziging bracht in de reeds bestaande rentedragende lening. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het standpunt van appellante niet opging, aangezien de hoogte van de schuld voortvloeide uit een eerder besluit waartegen zij geen rechtsmiddelen had aangewend.
De Raad concludeerde dat het 'Bericht Terugbetalen 2005' niet gericht was op enig rechtsgevolg en dat appellante derhalve niet-ontvankelijk was in haar bezwaar. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter, en werd in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2007. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.