ECLI:NL:CRVB:2007:BA3492
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- M.C.M. van Laar
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO afgewezen
In deze zaak heeft verzoekster verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 24 februari 2006, waarin haar verzoek om terug te komen van een rechtens onaantastbaar besluit door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 april 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van verzoekster. Tijdens de zitting op 24 januari 2007 is verzoekster in persoon verschenen, bijgestaan door S. Baldemir, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. H. van Wijngaarden.
De Raad heeft overwogen dat verzoekster in haar verzoek om herziening aanvoert dat de eerdere uitspraak onjuist was, omdat er feiten niet correct waren vastgesteld en er niet naar de eigen jurisprudentie was gekeken. Echter, de Raad heeft vastgesteld dat het rechtsmiddel van herziening enkel kan worden ingeroepen op basis van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals vastgelegd in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet. Aangezien verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen, heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van nieuwe feiten die niet eerder bekend waren. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.