ECLI:NL:CRVB:2006:AY6531
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het advies van de GGD inzake arbeidsverplichtingen van appellante
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin het beroep van appellante tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen ongegrond werd verklaard. Het besluit betrof de arbeidsverplichtingen van appellante, die waren gebaseerd op een advies van de GGD. Appellante heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij betwist dat het College zich op het GGD-advies mocht baseren.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 augustus 2006 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat het GGD-advies van 14 juli 2004 voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid. Het advies is gebaseerd op eigen onderzoek door de GGD-arts, die informatie heeft ingewonnen bij de huisarts van appellante. De GGD-arts concludeert dat appellante diverse beperkingen heeft en beperkt arbeidsgeschikt is, en adviseert haar om te starten met halve dagen werken.
De Raad stelt vast dat het College, gezien de omstandigheden, zijn besluitvorming op het GGD-advies heeft mogen baseren. De Raad benadrukt dat bestuursorganen gebruik kunnen maken van deskundige adviezen, mits deze adviezen voldoen aan de zorgvuldigheidseisen. In dit geval blijkt uit het GGD-advies dat het zorgvuldig tot stand is gekomen, en de Raad ziet geen reden om te twijfelen aan de juistheid ervan.
Uiteindelijk bevestigt de Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank en ziet hij geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan, waarbij de voorzitter en de leden van de Raad aanwezig waren, evenals de griffier.