ECLI:NL:CRVB:2006:AY4961
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor dieetkosten op basis van noodzakelijke kosten
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 8 juni 2005, waarin het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist ongegrond werd verklaard. Appellante ontving sinds 1 juli 1990 een bijstandsuitkering en had sinds 28 februari 1996 bijzondere bijstand voor dieetkosten. Het College had op 8 juli 2004 bijzondere bijstand voor dieetkosten toegekend tot een bedrag van € 18,63 per maand, gebaseerd op een KWO-V lijst uit 1994 en een advies van de GGD van 26 augustus 1999. Appellante was van mening dat de meerkosten van haar dieet niet correct waren vastgesteld en ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het College bij de bepaling van de meerkosten van het dieet onvoldoende recent advies had ingewonnen en dat de KWO-V lijst niet meer actueel was. De Raad concludeerde dat het besluit van 12 januari 2005, dat het eerdere besluit handhaafde, niet met de vereiste zorgvuldigheid was voorbereid. Hierdoor kon de aangevallen uitspraak niet in stand blijven. De Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van 12 januari 2005 en droeg het College op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd het College veroordeeld in de proceskosten van appellante, die op € 1288,-- werden vastgesteld, en diende de gemeente Zeist het griffierecht van € 140,-- te vergoeden.