ECLI:NL:CRVB:2006:AW0982
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig indienen van het bezwaarschrift tegen afwijzing aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, die op 14 januari 2005 het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg ongegrond verklaarde. Dit besluit betrof de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand in de kosten van woninginrichting, ingediend door appellante op 4 januari 2004. Het College heeft de aanvraag afgewezen bij besluit van 9 februari 2004. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar is bij besluit van 29 april 2004 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend. De rechtbank heeft deze beslissing bevestigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht. De Raad heeft vastgesteld dat het besluit van 9 februari 2004 op de juiste wijze bekend is gemaakt aan appellante. De termijn voor het indienen van bezwaar begon op 10 februari 2004 en eindigde op 22 maart 2004. Appellante heeft haar bezwaarschrift pas op 26 maart 2004 ingediend, wat na de deadline was. De Raad heeft ook gekeken naar de mogelijkheid van een uitzondering op de niet-ontvankelijkverklaring, zoals vermeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht, maar heeft geen redenen gevonden die erop wijzen dat appellante niet in verzuim was.
Uiteindelijk heeft de Raad geoordeeld dat het College het bezwaar van appellante terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen, en de uitspraak van de rechtbank Breda is bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenveroordeling uit te spreken.