ECLI:NL:CRVB:2006:AV2749

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/6274 NABW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake uitkering op grond van de Algemene bijstandswet

In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Assen, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat appellant geen processueel belang had bij een beoordeling van het beroep. Appellant had eerder een uitkering op grond van de Algemene bijstandswet aangevraagd, welke was toegekend met ingang van 19 mei 2001. Echter, het College had in een later besluit het bezwaar tegen deze toekenning ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 17 januari 2006 was appellant aanwezig, terwijl gedaagde zich niet liet vertegenwoordigen.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 14 februari 2006 geoordeeld dat appellant niet duidelijk heeft kunnen maken op welke gronden hij het niet eens was met de eerdere uitspraak van de rechtbank. Hierdoor concludeerde de Raad dat het hoger beroep geen doel treft en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet aan de gedaagde worden opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijk procesueel belang bij het indienen van hoger beroep.

Uitspraak

04/6274 NABW
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellant], wonende te [woonplaats], appellant,
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden, gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 7 oktober 2004, reg.nr. 03/172 NABW.
Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend.
Appellant heeft nadere stukken aan de Raad gezonden.
Het geding is behandeld ter zitting van 17 januari 2006, waar appellant is verschenen, en waar gedaagde -met bericht- zich niet heeft laten vertegenwoordigen.
II. MOTIVERING
Bij besluit van 21 februari 2002 heeft gedaagde aan appellant met ingang van 19 mei 2001 recht op uitkering ingevolge de Algemene bijstandswet toegekend.
Bij besluit van 21 januari 2003 heeft gedaagde het tegen het besluit van 21 februari 2002 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 21 januari 2003 niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van een processueel belang bij een beoordeling van het beroep.
Appellant is tegen deze uitspraak in hoger beroep gekomen, maar heeft geenszins duidelijk kunnen maken op welke grond hij het met de aangevallen uitspraak oneens is. Hieruit vloeit voort dat het hoger beroep geen doel treft.
De aangevallen uitspraak moet daarom worden bevestigd.
Voor een veroordeling in de proceskosten ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus gewezen door mr. R.M. van Male als voorzitter en mr. A.B.J. van der Ham en mr. C. van Viegen als leden, in tegenwoordigheid van M. Pijper als griffier, en uitgesproken op 14 februari 2006.
(get.) R.M. van Male.
(get.) M. Pijper.
EK2601