ECLI:NL:CRVB:2006:AV2749
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake uitkering op grond van de Algemene bijstandswet
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Assen, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank had geoordeeld dat appellant geen processueel belang had bij een beoordeling van het beroep. Appellant had eerder een uitkering op grond van de Algemene bijstandswet aangevraagd, welke was toegekend met ingang van 19 mei 2001. Echter, het College had in een later besluit het bezwaar tegen deze toekenning ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 17 januari 2006 was appellant aanwezig, terwijl gedaagde zich niet liet vertegenwoordigen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 14 februari 2006 geoordeeld dat appellant niet duidelijk heeft kunnen maken op welke gronden hij het niet eens was met de eerdere uitspraak van de rechtbank. Hierdoor concludeerde de Raad dat het hoger beroep geen doel treft en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet aan de gedaagde worden opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijk procesueel belang bij het indienen van hoger beroep.