ECLI:NL:CRVB:2006:AV2007
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Weigering WAO-uitkering voor NS-machinist na herseninfarct
In deze zaak gaat het om de weigering van een WAO-uitkering aan een NS-machinist, die na een herseninfarct niet geschikt werd geacht voor zijn functie. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van de appellante, die de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aanvecht. De zaak is ontstaan na een besluit van het Uwv op 28 augustus 2001, waarin werd gesteld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van de machinist minder dan 15% was. De rechtbank Maastricht had eerder het beroep van de appellante ongegrond verklaard.
De Raad overweegt dat de machinist, gezien de veiligheidsvoorschriften van NS, niet geschikt is voor zijn functie na het ondergaan van een herseninfarct. De Raad stelt vast dat de maatmanarbeid van de machinist, die specifieke medische eisen kent, niet kan worden vervuld door iemand die een herseninfarct heeft doorgemaakt. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond. De Raad oordeelt dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen in deze uitspraak.
Daarnaast wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de appellante, die zijn begroot op € 322,--. Ook moet het Uwv het griffierecht van in totaal € 552,20 aan de appellante vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van de veiligheidseisen voor treinmachinisten en de gevolgen van medische aandoeningen op hun geschiktheid voor de functie.