ECLI:NL:CRVB:2001:AD6308
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- Th.M. Schelfhout
- R.P.Th. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de werkloosheidsuitkering en de gevolgen van ontslag op staande voet
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de werkloosheidsuitkering van eiser, die op staande voet was ontslagen door zijn werkgever, [X.] Special Products B.V. Eiser, die per 17 augustus 1995 in dienst was getreden als technisch directeur, heeft het ontslag bestreden en aanspraak gemaakt op doorbetaling van zijn salaris. Na het ontslag heeft eiser een aanvraag voor een werkloosheidsuitkering ingediend, maar deze werd gedeeltelijk geweigerd door verweerder, het Landelijk instituut sociale verzekeringen, omdat eiser zijn loonaanspraken had prijsgegeven. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar zijn bezwaren werden ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in hoger beroep geoordeeld dat de opgelegde maatregel op basis van de Werkloosheidswet (WW) ten onrechte was toegepast, omdat eiser niet voldoende had geprotesteerd tegen het ontslag. De Raad voor de Rechtspraak heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, maar met de aantekening dat appellant een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. De Raad oordeelt dat er omstandigheden waren die maakten dat eiser redelijkerwijs niet kon worden gevergd om de nietigheid van het ontslag te blijven inroepen. De Raad heeft appellant veroordeeld in de proceskosten van gedaagde tot een bedrag van f 1.420,--.