ECLI:NL:CRVB:2000:AA5418
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W. van den Brink
- J.C.F. Talman
- J.H. van Kreveld
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering aan ambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkeringen aan een ambtenaar, gedaagde, door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, appellant. De zaak is ontstaan na een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht op 26 september 1997, waarin het beroep van gedaagde tegen een besluit van appellant gegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellant niet bevoegd was om de uitkeringen terug te vorderen, omdat gedaagde in mei 1994 niet duidelijk kon zijn dat hij teveel wachtgeld ontving. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting op 13 januari 2000 heeft appellant zich laten vertegenwoordigen door mr. A.H. Langguth, terwijl gedaagde in persoon aanwezig was. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van de rechtbank niet gevolgd en geoordeeld dat appellant wel degelijk bevoegd was om de betalingen terug te vorderen. De Raad stelde vast dat gedaagde vanaf november 1994, toen hij op de hoogte werd gesteld van een salarisverhoging met terugwerkende kracht, redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de eerder ontvangen uitkeringen onverschuldigd waren. De Raad oordeelde dat de terugvordering rechtens aanvaardbaar was en dat er geen grond was om af te wijken van de terugvordering.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het inleidend beroep van gedaagde alsnog ongegrond. De Raad benadrukte dat bestuursorganen bevoegd zijn om onverschuldigd betaalde bedragen terug te vorderen, tenzij er algemene rechtsbeginselen of beginselen van behoorlijk bestuur zich daartegen verzetten. De Raad concludeerde dat de terugvordering in dit geval gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden en de tijdsverloop sinds de onverschuldigdheid van de betalingen.