ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8491
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- G. Leppink-Kooistra
- M.A. Hoogeveen
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van kosten van rechtsbijstand in bezwaarschriftprocedures
In deze zaak gaat het om de vergoeding van kosten van rechtsbijstand in het kader van een bezwaarschriftprocedure. Gedaagde, [A. te B.], is op 4 maart 1996 op staande voet ontslagen en heeft tegen de daaropvolgende sanctie van 20% op haar uitkering ingevolge de Werkloosheidswet bezwaar aangetekend. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van het Landelijk instituut sociale verzekeringen, dat de afwijzing van het verzoek om vergoeding van rechtsbijstandkosten aanvecht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het bestuursorgaan ten onrechte een apart besluit had genomen over de vergoeding van rechtsbijstandkosten, in plaats van dit te integreren in de beslissing op het bezwaar tegen de sanctie. De Raad oordeelt dat de rechtbank dit verkeerd heeft beoordeeld en dat het bestuursorgaan niet verplicht was om in het besluit op bezwaar te beslissen over de kosten van rechtsbijstand. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het inleidend beroep ongegrond.