ECLI:NL:CBB:2025:319

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
3 juni 2025
Publicatiedatum
31 mei 2025
Zaaknummer
24/319
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wijziging operationeel programma voor Europese subsidies in de landbouwsector

In deze zaak heeft de Tuinbouwveiling, een producentenorganisatie voor telers van land- en tuinbouwproducten, een verzoek ingediend om haar operationeel programma voor het uitvoeringsjaar 2023 tussentijds te wijzigen. Dit verzoek werd afgewezen door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, omdat het voorgestelde hoog/laag-systeem niet als een innovatieve arbeidsvervangende techniek werd gekwalificeerd. De Tuinbouwveiling heeft hiertegen beroep ingesteld, maar het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep ongegrond verklaard. De minister heeft in zijn besluit aangegeven dat de verklaringen van een medewerker van de Wageningen University & Research niet voldoende bewijs leveren voor de innovatieve aard van het systeem. De Tuinbouwveiling heeft betoogd dat het systeem wel degelijk innovatief is en heeft verwezen naar een lid dat het systeem al in gebruik heeft genomen, wat zou hebben geleid tot een significante arbeidsbesparing en productieverhoging. Het College heeft echter geoordeeld dat de minister terecht heeft afgewezen, omdat de Tuinbouwveiling niet heeft aangetoond dat het systeem voldoet aan de criteria voor subsidiabiliteit zoals vastgelegd in de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021. De uitspraak werd gedaan op 3 juni 2025.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 24/319

uitspraak van de meervoudige kamer van 3 juni 2025 in de zaak tussen

[naam 1] B.A., te [woonplaats] (Tuinbouwveiling)
(gemachtigde: mr. J. Massy)
en

de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

(gemachtigden: mr. drs. P.J. Kooiman en ing. G.C.J. van Rooijen)

Procesverloop

Met het besluit van 28 september 2023 (afwijzingsbesluit) heeft de minister het verzoek van de Tuinbouwveiling om een tussentijdse wijziging van haar operationeel programma voor het uitvoeringsjaar 2023 afgewezen.
Met het besluit van 20 februari 2024 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van de Tuinbouwveiling tegen het afwijzingsbesluit ongegrond verklaard.
De Tuinbouwveiling heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De zitting was op 29 april 2025. Aan de zitting hebben deelgenomen namens de Tuinbouwveiling haar gemachtigde en [naam 2] en namens de minister zijn gemachtigden.

Overwegingen

Aanleiding voor deze procedure
1. De Tuinbouwveiling is een producentenorganisatie voor telers van land- en tuinbouwproducten. Zij heeft op 25 augustus 2023 een verzoek ingediend om haar operationeel programma Sectorale Interventie Groenten en Fruit voor het uitvoeringsjaar 2023 tussentijds te wijzigen als bedoeld in artikel 5.2.50, tweede lid, aanhef en onder a, van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 (Regeling). Met de verzochte wijziging beoogt de Tuinbouwveiling de aanschaf van een hoog/laag-systeem voor aardbeienteelt toe te voegen aan haar operationeel programma, zodat zij ook hiervoor subsidie kan ontvangen.
2 Met het afwijzingsbesluit heeft de minister het verzoek afgewezen, omdat het hoog/laag-systeem niet kan worden gekwalificeerd als een innovatieve arbeidsvervangende techniek als bedoeld in artikel 5.3.54, aanhef en onder a, van de Regeling en daarom niet subsidiabel is. Met het bestreden besluit heeft de minister het afwijzingsbesluit gehandhaafd. Volgens de minister is met de verklaringen van een medewerker van de Wageningen University & Research (WUR) over de inzet van het hoog/laag-systeem niet aangetoond dat het telen met het hoog/laag-systeem, vergeleken met het telen met vaste goten, leidt tot arbeidsvervanging of arbeidsbesparing. Daarnaast is het hoog/laag-systeem volgens de minister geen innovatieve techniek die op één lijn kan worden gesteld met oogst- en plukrobots dan wel een hoog geautomatiseerd systeem waarbij gebruik wordt gemaakt van specifieke software die onder meer het planten en oogsten faciliteert. Een geringe dan wel een eenvoudige verandering in de techniek of software kan weliswaar leiden tot een efficiënter gebruik van productiemiddelen, maar dat betekent niet dat sprake is van een innovatieve techniek als bedoeld in de Regeling.
Standpunt van de Veiling
3 De Tuinbouwveiling heeft aangevoerd dat het hoog/laag-systeem wel degelijk een innovatieve arbeidsvervangende techniek is die leidt tot meer efficiency bij de producent als bedoeld in artikel 5.3.54 van de Regeling. Zij verwijst in dit verband naar de verklaringen van een medewerker van de WUR.
De Tuinbouwveiling heeft daarnaast op de zitting aangevoerd dat een van haar leden, een grote aardbeienteler, het hoog/laag-systeem inmiddels heeft aangeschaft en gedurende een volledig teeltseizoen in gebruik heeft genomen. Dankzij het systeem is in het eerste teeltseizoen al een arbeidsbesparing van 18% behaald. Verder is ook een productieverhoging gerealiseerd die niet alleen heeft geleid tot een hogere omzet, maar ook tot een verlaging van het gasverbruik en tot een toename van nieuwe klanten. Het telen met het hoog/laag-systeem heeft het concurrentievermogen van de Tuinbouwveiling dan ook verbeterd.
Beoordeling door het College
4 Artikel 5.3.54, aanhef en onder a, van de Regeling bepaalt dat als uitgaven van een producentenorganisatie voor investeringen ten behoeve van automatisering van de teelt onder meer subsidiabel zijn: oogstrobots, plukrobots en innovatieve technieken die leiden tot meer efficiency bij de producenten.
5 Het College is van oordeel dat de minister het verzoek van de Tuinbouwveiling tot tussentijdse wijziging van het operationeel programma terecht heeft afgewezen. De Tuinbouwveiling heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een innovatieve techniek ten behoeve van automatisering van de teelt. De verklaringen van de medewerker van de WUR hebben geen betrekking op de automatisering van de teelt maar op de (mogelijke) arbeidsbesparing door het telen met het hoog/laag-systeem. Om die reden komt daaraan geen betekenis toe voor de vraag of sprake is van een innovatieve techniek ten behoeve van automatisering van de teelt. Dit geldt ook voor het betoog van de Tuinbouwveiling dat, dankzij het telen met het hoog/laag-systeem, een arbeidsbesparing van 18% is gerealiseerd en heeft geleid tot een verbetering van het concurrentievermogen van de Tuinbouwveiling. Verbetering van het concurrentievermogen als zodanig is geen criterium bij de toets aan artikel 5.3.54, aanhef en onder a, van de Regeling.
Slotsom
6 Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, mr. M. Schoneveld en mr. A. Venekamp, in aanwezigheid van mr. H. Caglayankaya, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 juni 2025.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. H. Caglayankaya