ECLI:NL:CBB:2025:288
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen besluit op bezwaar inzake subsidie vaste lasten financiering COVID-19
In deze zaak heeft een onderneming verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarin het beroep tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat ongegrond werd verklaard. De onderneming had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag voor de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19. De minister had het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De onderneming stelde dat zij geen notificatie e-mail had ontvangen en dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Tijdens de zitting op 6 februari 2025 heeft het College de argumenten van de onderneming gehoord en geconcludeerd dat de termijnoverschrijding inderdaad verschoonbaar was. Het College heeft het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak vernietigd en bepaald dat de minister opnieuw op het bezwaar van de onderneming moet beslissen. Tevens is de minister veroordeeld tot betaling van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en zijn de proceskosten toegewezen aan de onderneming. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer op 6 mei 2025.