ECLI:NL:CBB:2024:819
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak accountantskamer over tuchtrechtelijke klacht tegen accountant
In deze zaak heeft [naam 1] B.V. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de accountantskamer, waarin een klacht tegen accountant [naam 3] werd behandeld. De klacht betrof fouten in de administratie en de verwerking van BTW-positie door [naam 3], die volgens [naam 1] leidden tot onjuiste aangiften en financiële schade. De accountantskamer verklaarde de klachtonderdelen in hoger beroep niet-ontvankelijk op basis van het ne bis in idem-beginsel, wat betekent dat dezelfde klacht niet opnieuw kan worden behandeld. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigde deze beslissing en oordeelde dat de accountantskamer niet onterecht had geoordeeld over de ontvankelijkheid van de klachtonderdelen. Het College ging niet mee in het standpunt van [naam 1] dat de accountantskamer had gehandeld op basis van een onvolledig dossier, en oordeelde dat de accountantskamer wel degelijk over alle relevante stukken beschikte. Het verzoek van [naam 1] om een deskundige te benoemen werd ook niet gehonoreerd, omdat het College geen aanleiding zag om hieraan gevolgen te verbinden. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraak van de accountantskamer bleef in stand.