ECLI:NL:CBB:2024:733
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.W.L. Koopmans
- M. Ettema
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugvordering subsidie COVID-19 op basis van omzetgegevens Belastingdienst
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep van een ondernemer tegen een besluit van de minister van Economische Zaken. De ondernemer had subsidie aangevraagd op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het vierde kwartaal van 2021. De minister had de subsidie vastgesteld op € 8.826,- en een voorschot van € 1.831,40 teruggevorderd. De ondernemer was het niet eens met deze beslissing en had bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard door de minister.
Het College heeft de zaak zonder zitting beoordeeld, omdat het voldoende informatie had om tot een oordeel te komen. De ondernemer voerde aan dat de Belastingdienst de omzet in de referentie- en subsidieperiode onjuist had vastgesteld en dat de minister formeel onjuist had gehandeld in de bezwaarprocedure. Het College heeft echter geoordeeld dat de minister terecht is uitgegaan van de omzetgegevens van de Belastingdienst, aangezien de ondernemer aangifte doet over zijn gehele omzet. Dit is in lijn met eerdere uitspraken van het College, waarin werd vastgesteld dat de gegevens van de Belastingdienst gebruikt moeten worden voor het bepalen van de omzet en het omzetverlies.
Uiteindelijk heeft het College het beroep van de ondernemer ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van de minister in stand bleef. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.