ECLI:NL:CBB:2024:442
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister over subsidie COVID-19 voor onderneming met omzetverlies
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 juli 2024, betreft het een beroep van [naam 1] B.V. tegen een besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat. De minister had op 27 september 2021 de subsidie voor het vierde kwartaal van 2020 vastgesteld op € 0,- en het betaalde voorschot van € 13.734,26 teruggevorderd. De onderneming was van mening dat zij recht had op de subsidie, omdat zij kosten had doorbelast aan een zustermaatschappij, [naam 2] B.V., wat volgens haar niet correct was weergegeven in de aangiften omzetbelasting. De minister had echter vastgesteld dat het omzetverlies van de onderneming niet voldeed aan de eis van minimaal 30% ten opzichte van het vierde kwartaal van 2019, de referentieperiode. De onderneming heeft beroep ingesteld, maar het College oordeelt dat de minister terecht heeft gehandeld. Het College volgt de onderneming niet in haar standpunt dat de gegevens van de Belastingdienst geen goed beeld geven van het omzetverlies. Het College bevestigt dat de minister op basis van de aangiften omzetbelasting heeft mogen concluderen dat de onderneming niet in aanmerking komt voor de subsidie. De uitspraak benadrukt dat de onderneming zelf verantwoordelijk is voor het indienen van een suppletieaangifte indien de aangegeven omzet niet correct is. Het College verklaart het beroep ongegrond en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.