ECLI:NL:CBB:2024:718
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van termijnoverschrijding in bezwaar tegen subsidiebesluit COVID-19
In deze zaak heeft een ondernemer beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat, waarbij het bezwaar tegen de ambtshalve vaststelling van een subsidie op nihil werd verklaard. De ondernemer had op 5 december 2022 een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van 7 juli 2022, maar de minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De ondernemer voerde aan dat zij door persoonlijke omstandigheden, waaronder financiële problemen en psychische klachten, de berichten van de minister niet had ontvangen.
De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding aan de ondernemer kon worden toegerekend. De minister had op 7 juli 2022 een notificatie e-mail verzonden naar het door de ondernemer opgegeven e-mailadres. Het was de verantwoordelijkheid van de ondernemer om wijzigingen in haar contactgegevens door te geven. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden die de ondernemer aanvoerde niet voldoende waren om de termijnoverschrijding verschoonbaar te verklaren.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en oordeelde dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 15 oktober 2024.