ECLI:NL:CBB:2024:717
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Termijnoverschrijding in bezwaar niet verschoonbaar
In deze zaak heeft de ondernemer beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van de minister van Economische Zaken en Klimaat, dat op 27 juni 2023 is genomen. De ondernemer had op 2 mei 2023 een bezwaarschrift ingediend tegen een eerder besluit van de minister van 8 februari 2023, waarin de subsidie voor het eerste kwartaal van 2022 op nihil was vastgesteld. De minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar werd geacht.
De ondernemer voerde aan dat persoonlijke omstandigheden, waaronder een depressie en de pensionering van zijn accountant, hem hadden belet om tijdig de benodigde gegevens aan te leveren. Hij stelde dat hij wel recht had op de subsidie, zoals ook bleek uit de uiteindelijke aangifte over het eerste kwartaal van 2022. De ondernemer gaf aan dat hij pas bezwaar had gemaakt nadat hij door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) was benaderd over de terugbetaling van de subsidie.
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelde dat de termijnoverschrijding aan de ondernemer kon worden toegerekend. Het besluit van 8 februari 2023 was op de juiste wijze bekendgemaakt en de ondernemer had de notificatie e-mail ontvangen. Ondanks de moeilijke periode die hij doormaakte, was niet aangetoond dat deze omstandigheden hem verhinderden om tijdig kennis te nemen van het besluit. Het beroep werd ongegrond verklaard en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 oktober 2024.