ECLI:NL:CBB:2024:68
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen geldboete voor overtreding biologische regelgeving door varkenshouder
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een varkenshouder, [naam 1] B.V., die in 2018 meer varkens hield dan toegestaan volgens de biologische regelgeving. De varkenshouder kreeg een geldboete van € 15.000,- opgelegd door het tuchtgerecht Skal, omdat zij meer biologische vleesvarkens kon leveren aan het slachthuis dan op basis van de beschikbare ruimte was toegestaan. Het College oordeelde dat de opgelegde boete passend en geboden was en verklaarde het hoger beroep ongegrond.
De varkenshouder had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van het tuchtgerecht van 18 juni 2021, waarin werd geoordeeld dat zij de voorschriften van de Uitvoeringsverordening had overtreden. De varkenshouder betwistte de telling van het aantal varkens en de gebruikte berekeningen, maar het College oordeelde dat de analyses en berekeningen van Skal correct waren. De varkenshouder had niet aangetoond dat de stallen 3 en 4 in gebruik waren en dat de berekeningen van het gemiddelde gewicht van de varkens onjuist waren.
Het College concludeerde dat de opgelegde boete van € 15.000,- in verhouding stond tot de ernst van de overtreding en dat er geen reden was om aan te nemen dat de varkenshouder niet in staat zou zijn de boete te betalen. De uitspraak van het College is gebaseerd op de artikelen 13u en 13w van de Landbouwkwaliteitswet.