Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 oktober 2024 op het hoger beroep van:
V.O.F. Landbouwbedrijf [naam] , te [woonplaats] ( [naam] )
kenmerk LEE 19/3559, in het geding tussen
[naam]
en
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
en tot betaling van een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Beoordeling van het hoger beroep
Beslissing
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- veroordeelt de minister tot betaling van € 1.750, - aan proceskosten aan [naam] ;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 541,- voor het hoger beroep aan [naam] te vergoeden;
- veroordeelt de Staat tot betaling aan [naam] van een schadevergoeding van € 1.500,-;
- veroordeelt de Staat tot betaling van € 437,50 aan proceskosten aan [naam] .
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2024.