Bijlage
Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (Verordening (EU) nr. 1307/2013)
“Artikel 50
Algemene voorschriften
1. De lidstaten kennen een jaarlijkse betaling toe aan jonge landbouwers die recht hebben op een betaling in het kader van de in hoofdstuk 1 bedoelde basisbetalingsregeling of regeling inzake een enkele areaalbetaling ("betaling voor jonge landbouwers").
2. In dit hoofdstuk worden onder "jonge landbouwers" verstaan natuurlijke personen:
a. a) die voor het eerst als bedrijfshoofd een landbouwbedrijf oprichten of die al op zo'n bedrijf opgericht hebben in de periode van vijf jaar voorafgaande aan de eerste indiening van een aanvraag in het kader van de basisbetalingsregeling of de regeling inzake een enkele areaalbetaling als bedoeld in artikel 72, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013, en
b) die niet ouder zijn dan veertig jaar in het jaar van indiening van de onder a) bedoelde aanvraag.”
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening
“Artikel 49
Toegang van rechtspersonen tot de betaling voor jonge landbouwers
1. De in artikel 50, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde jaarlijkse betaling voor jonge landbouwers wordt toegekend aan een rechtspersoon, ongeacht diens rechtsvorm, die aan de volgende voorwaarden voldoet:
a. a) de rechtspersoon heeft recht op een betaling in het kader van de basisbetalingsregeling of de regeling inzake een enkele areaalbetaling als bedoeld in titel III, hoofdstuk 1 van Verordening (EU) nr. 1307/2013, en heeft betalingsrechten geactiveerd of subsidiabele hectaren aangegeven als bedoeld in artikel 50, lid 4, van die verordening;
b) een jonge landbouwer in de zin van artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 heeft, tijdens elk jaar waarvoor de rechtspersoon een aanvraag voor de betaling in het kader van de regeling voor jonge landbouwers indient, een daadwerkelijke, langdurige zeggenschap over de rechtspersoon wat betreft de beslissingen die op het gebied van het beheer, de voordelen en de financiële risico’s worden genomen. Indien meerdere natuurlijke personen, met inbegrip van personen die geen jonge landbouwer zijn, in het kapitaal of het beheer van de rechtspersoon deelnemen, moet(en) de jonge landbouwer(s) tijdens elk jaar waarvoor de rechtspersoon een aanvraag voor de betaling in het kader van de regeling voor jonge landbouwers indient, behoudens lid 1 bis van dit artikel hetzij alleen hetzij gezamenlijk met andere landbouwers een dergelijke daadwerkelijke, langdurige zeggenschap kunnen uitoefenen;
c) ten minste een van de jonge landbouwers die voldoen aan de onder b) gestelde voorwaarde, voldoet ook aan de subsidiabiliteitscriteria die de lidstaten in voorkomend geval overeenkomstig artikel 50, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 hebben vastgesteld, tenzij de lidstaten hebben besloten dat deze criteria op al die jonge landbouwers van toepassing zijn.
Indien over een rechtspersoon alleen of gezamenlijk zeggenschap wordt uitgeoefend door een andere rechtspersoon, zijn de voorwaarden van de eerste alinea, onder b), van toepassing op om het even welke natuurlijke persoon die zeggenschap heeft over die andere rechtspersoon.”
Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB
“Artikel 4.11
Termijn indiening extra gegevens
Ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om rechtstreekse betalingen kan worden verzocht om binnen maximaal vier weken extra gegevens en inlichtingen te verschaffen.”
Beleidsregel Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB
1. Van daadwerkelijke langdurige zeggenschap als bedoeld in artikel 49, eerste lid, onderdeel b, van Verordening (EU) nr. 639/2014 is sprake indien de jonge landbouwer:
a. ten minste een blokkerende zeggenschap heeft ter zake van ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan 25.000,– euro, en
b. ten minste mede belast is met de dagelijkse bedrijfsvoering.
2. De blokkerende zeggenschap, bedoeld in het eerste lid, onderdeel, a, is uiterlijk op 15 mei van het eerste jaar waarin hij als jonge landbouwer een aanvraag indient verkregen en kan worden aangetoond met: [...]
b. een schriftelijk vastgelegde overeenkomst met alle maten, ingeval van een maatschap; […]
e. de registratie van de blokkerende zeggenschap in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, waarvan de juistheid desgevraagd kan worden aangetoond met de onder a tot en met d genoemde bescheiden.”