Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam] B.V., te [plaats] (het slachthuis)
(gemachtigde: mr. M.J.J.E. Stassen),
het slachthuis
en
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (de minister)
Procesverloop in hoger beroep
Beoordeling door het College
.Het College stelt vast dat - voor zover het gaat om de vergoeding van de in de beroepsfase gemaakte kosten door de rechtbank - al een veroordeling heeft plaatsgevonden in de door het slachthuis gemaakte kosten voor de behandeling van zijn verzoek om schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft deze kosten vastgesteld op een bedrag van € 748,- (1 punt voor het indienen van het verzoek en 1 punt voor de zitting met een waarde per punt van € 748,- en wegingsfactor 0,5). Het College zal bij de berekening van de proceskosten bij de toekenning van het aantal punten in beroep hiermee rekening houden.
Beslissing
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover het boetebedrag van boetebesluit 201605602 is vastgesteld op € 3.500,-;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij het boetebesluit 201605602 van 3 maart 2017 is gehandhaafd;
- herroept het boetebesluit 201605602 van 3 maart 2017;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige, voor zover aangevochten;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van het slachthuis tot een bedrag van € 2.998,-.
- draagt de minister op het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 541,- aan het slachthuis te vergoeden.