1.2Op 5 september 2017 omstreeks 17.00 uur heeft een toezichthouder van de NVWA bij de slachterij een inspectie uitgevoerd. De bevindingen van deze inspectie zijn neergelegd in een op ambtsbelofte opgemaakt rapport van bevindingen van 7 september 2017 (rapport van bevindingen). Dit rapport vermeldt, voor zover hier van belang, het volgende.
“Ik zag, lopend van de aanvoerhal met de gestalde kuikens naar de slachthal, dat
de carrousel erg vol met kuikens was. Ik zag vanuit de verte de kuikens boven de
rand van de carrousel uit komen. Daarop besloot ik om 2 minuten te gaan staan
tellen op de locatie net voor de eerste aanhanger, kijkend naar de kuikens die hun
eerste ronde in de carrousel hebben voltooid en doorgaan voor een tweede ronde.
In deze 2 minuten zag ik dat 6 kuikens op hun rug lagen, terwijl ze weer een
nieuwe ronde in de carrousel gingen draaien Deze werden alle door de naast mij
staande eerste aanhanger alsnog omgedraaid.
Deze kuikens lagen minstens 1 ronde in de carrousel op hun rug. Uit mijn
deskundigheid als dierenarts weet ik dat het op de rug liggen een onnatuurlijke,
stressvolle houding is, waardoor kuikens lijden ervaren. Een kuiken heeft geen
middenrif waardoor organen in de buikholte in deze houding veel druk geven op
de longen en luchtzakken waardoor ademhaling bemoeilijkt wordt en er gevaar
voor verstikking bestaat.
Ik zag kuikens op elkaar vallen, doordat er kuikens kwamen vanuit de
aanvoerband die boven op de overblijvers van de eerste ronde in de carrousel
terecht kwamen. Ik zag ook 1 kuiken uit de carrousel vallen net na de laatste
aanhanger. Om het gevallen kuiken te kunnen pakken, bukte ik me en daar zag ik
nog 4 andere kuikens onder de aanvoerband naar de carrousel staan. Ik heb de
heer [naam 4] , [naam 5] , en [naam 6] gevraagd wie van de aanhangers
eindverantwoordelijk is voor het omdraaien van rugliggers. Volgens deze
welzijnsofficieren is de laatste aanhanger daarvoor verantwoordelijk. Daarop zijn
[naam 5] en ik weer naar de carrousel gegaan en hebben samen geconstateerd dat
de laatste aanhanger [naam 7] heette. Volgens de administratie van [naam 1] B.V. is
deze hanger nog niet in het bezit van een getuigschrift welzijn. Hij is wel op 15 augustus aangemeld voor de cursus.
Via e-mail heb ik de volgende verklaring mogen ontvangen van de heer [naam 2]
, bedrijfsleider:
Bij navraag bleek dat in de praktijk deze man (inschrijving dhr. [naam 7] SVO, zie
bijlage) naast een ervaren aanhanger (getuigschrift [naam 8] , zie bijlage)
stond. Dus in het kader van het begeleidingstraject was dit de reden en in onze
ogen dus conform afspraken dat een hanger die nog geen diploma heeft begeleid
wordt door een ervaren aanhanger. Of deze man dan als laatste of als één na
laatste staat lijkt mij in dit kader niet heel relevant.
In het verhaal zie ik geen constatering dat kuikens meerdere rondes op de rug in
de carrousel blijven liggen. Daar waar geconstateerd wordt dat er een kuiken op
de rug ligt wordt dit hersteld. Dat er kuikens tegen elkaar aanvallen is in een
carrousel vorm nu eenmaal niet te voorkomen. Dat er kuikens soms uit de
carrousel vallen is ook niet te voorkomen. Ook hiervoor worden er regelmatig
rondes gelopen om deze kuikens terug te plaatsen in de carrousel.
Wat mij wel bevreemd in dit verhaal dat je mij als bevestiging van je eigen
verhaal aanhaalt. Conclusies mag je zelf trekken.”