In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 maart 2024, wordt de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van immateriële schadevergoeding aan [naam] wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures. Het betreft een verzoek om schadevergoeding in het kader van meerdere hoger beroepszaken die [naam] heeft ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had eerder boetes opgelegd aan veertien pluimveeslachthuizen, waaronder [naam], wegens overtredingen van Europese hygiënevoorschriften. Het College heeft geoordeeld dat de hoger beroepen van [naam] slagen en de opgelegde boetes zijn herroepen. Tevens heeft het College vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de hoger beroepszaken is overschreden. De overschrijding van de termijn is vastgesteld op meer dan een jaar en vijf maanden, wat leidt tot de toekenning van een schadevergoeding van € 1.500,00 aan [naam]. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van overschrijding daarvan voor de betrokken partijen.