ECLI:NL:CBB:2023:703
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak accountantskamer over klacht tegen accountant in verband met onzorgvuldig handelen bij bedrijfsovername
In deze zaak heeft [naam 1] B.V. hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de accountantskamer van 21 augustus 2020, waarin een klacht tegen [naam 2] AA werd behandeld. De klacht betrof het handelen van [naam 2] in zijn rol als accountant bij de begeleiding van [naam 1] bij de overname van aandelen. De accountantskamer verklaarde bepaalde klachtonderdelen niet-ontvankelijk, omdat deze gericht waren tegen het kantoor [naam 3] en niet tegen de accountant zelf. De accountantskamer oordeelde dat de Wtra niet voorziet in de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen een accountantskantoor. De klachtonderdelen die ongegrond werden verklaard, betroffen onder andere de zorgplicht van [naam 2] en de wijze waarop hij de interne klacht heeft behandeld. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelde dat de accountantskamer terecht de klachtonderdelen niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat deze niet gericht waren tegen [naam 2]. Het College concludeerde dat de accountantskamer de klacht op juiste wijze heeft beoordeeld en dat de klachtonderdelen ongegrond zijn. Het hoger beroep van [naam 1] werd ongegrond verklaard.