In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 14 november 2023, zaaknummer 22/1005, staat de vraag centraal of een onderneming voldoet aan de drempelvereisten van de Tijdelijke regeling subsidie vaste lasten (TVL), specifiek het vereiste van 30% omzetverlies. De minister van Economische Zaken en Klimaat had eerder de subsidie voor de periode juni tot en met september 2020 ingetrokken, omdat de onderneming niet aan deze drempel voldeed. De onderneming had bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. De zaak kwam voor het College na een beroep van de onderneming, die stelde dat de termijn voor het aanleveren van aanvullende informatie te kort was en dat de minister niet adequaat had gereageerd op haar verzoek om uitstel.
Het College oordeelt dat de minister terecht heeft gehandeld door de subsidie in te trekken. De onderneming had onvoldoende bewijs geleverd dat zij aan de drempelvereisten voldeed. De omzetgegevens die de onderneming had overgelegd, vertoonden grote verschillen met de aangiften omzetbelasting, wat de minister deed concluderen dat de onderneming niet aan de vereisten voldeed. Het College benadrukt dat de onderneming voldoende gelegenheid heeft gehad om haar omzet te onderbouwen, maar dat de gegevens niet op eenvoudige en duidelijke wijze konden worden vastgesteld.
Daarnaast constateert het College een schending van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De behandeling van het bezwaar heeft langer geduurd dan de wettelijk toegestane termijn. Het College veroordeelt de minister tot betaling van € 500,- aan de onderneming als schadevergoeding voor de overschrijding van de redelijke termijn. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige administratie en tijdige communicatie van de minister naar de subsidieontvanger.