ECLI:NL:CBB:2023:586

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
22/1162
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een te laat ingediende aanvraag voor subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 oktober 2023, zaaknummer 22/1162, is de aanvraag van [naam 1] B.V. voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) afgewezen. De aanvraag was te laat ingediend, en de minister van Economische Zaken en Klimaat had deze afgewezen met het besluit van 5 januari 2022. Het bezwaar van de onderneming werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 6 mei 2022. De onderneming stelde dat de minister de verwachting had gewekt dat de aanvraag alsnog zou worden beoordeeld, maar het College oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor tijdige indiening bij de onderneming ligt. De minister had duidelijk gecommuniceerd over de sluitingsdatum en er was geen bewijs dat tijdige indiening onmogelijk was. De onderneming had geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die de afwijzing onevenredig zouden maken. Het College concludeerde dat de minister terecht had afgewezen op basis van de wettelijke bepalingen die dwingend zijn voor de TVL-regeling. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/1162

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 oktober 2023 in de zaak tussen

[naam 1] B.V., te [plaats] , (de onderneming)

(gemachtigde: [naam 2] )
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat

(gemachtigden: mr. M. van den Brink en mr. S. Hu).

Procesverloop

Met het besluit van 5 januari 2022 (het subsidiebesluit) heeft de minister de aanvraag van de onderneming voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het derde kwartaal van 2021 afgewezen.
Met het besluit van 6 mei 2022 (het bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van de onderneming ongegrond verklaard.
De onderneming heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 3 juli 2023. Aan de zitting hebben deelgenomen de gemachtigden van de minister.

Overwegingen

1. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Inleiding
2 Deze zaak gaat om een TVL-aanvraag die te laat is ingediend. De onderneming vindt dat de subsidie toch moet worden toegekend.

Standpunt van de onderneming

3 De onderneming stelt dat de minister de verwachting heeft gewekt dat het goed zou komen door de gelegenheid te bieden toch een aanvraag in te dienen, nadat zij de situatie bij telefonisch contact had uitgelegd. Verder stelt de onderneming zich op het standpunt dat de menselijke maat ontbreekt. Zij verkeert in zeer moeilijke financiële omstandigheden. Een faillissement is niet meer af te wenden als de onderneming de subsidie niet ontvangt. De onderneming voldoet aan de voorwaarden om subsidie op grond van de TVL te krijgen en zij vindt het onevenredig dat zij deze nu toch niet krijgt.
Standpunt van de minister
4 De minister stelt zich op het standpunt dat de subsidie niet kan worden toegekend, nu de aanvraag te laat is ingediend. Dit komt voor rekening van de onderneming. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de onderneming om tijdig een aanvraag in te dienen. De sluitingsdatum is duidelijk gecommuniceerd. Niet is gebleken dat het tijdig indienen van de aanvraag niet mogelijk was. De onderneming is gewoonweg vergeten de aanvraag tijdig in te dienen. De minister wijst ondernemingen die te laat zijn met hun aanvraag op het ‘te laat formulier’ waarna de minister beoordeelt of sprake is van bijzondere omstandigheden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Met het wijzen op het ‘te laat formulier’ heeft de minister geen concrete en ondubbelzinnige toezegging gedaan dat de aanvraag inhoudelijk in behandeling wordt genomen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt dus niet. De minister verwijst naar de uitspraak van het College van 7 maart 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:118) waarbij het College van oordeel is dat de nadelige gevolgen van het bestreden besluit voor rekening en risico van de onderneming dienen te komen indien de aanvraag niet binnen de termijn is ingediend.
Beoordeling door het College
5 Uit artikel 2.4.6, eerste lid, aanhef en onder a, gelezen in samenhang met artikel 2.4.8 van de TVL, volgt dat de minister afwijzend op de aanvraag beslist als de aanvraag niet tijdig is ingediend. Te late indiening van een TVL-aanvraag is een dwingende afwijzingsgrond in de TVL voor alle kwartalen. De Algemene wet bestuursrecht (Awb), noch de Kaderwet EZK-en LNV-subsidies (waarop de TVL gebaseerd is), biedt een grondslag om daarvan af te wijken.
6 Niet in geschil is dat de onderneming de aanvraag niet voor het in de TVL opgenomen eindtijdstip heeft ingediend. Voor zover de onderneming een beroep wil doen op het vertrouwensbeginsel, slaagt dat niet. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is volgens de rechtspraak van het College (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 24 januari 2023, ECLI:NL:CBB:2023:42) vereist dat de betrokkene aannemelijk maakt dat van de zijde van de overheid toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit de betrokkene in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of en zo ja, hoe het bestuursorgaan in een concreet geval een bevoegdheid zou uitoefenen. Wat de onderneming stelt over de telefonische mededeling is niet aan te merken als een toezegging dat de aanvraag inhoudelijk zou worden beoordeeld.
7 Voor de wijze waarop de minister omgaat met aanvragen die niet tijdig zijn ingediend, verwijst het College naar de uitspraak van 13 juni 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:293, onder 6.1 tot en met 6.4). In aanvulling op wat in 7.3 van die uitspraak is overwogen merkt het College op dat het daarbij gaat om tegenwettelijk begunstigend beleid (contra-legembeleid), dat zijn grondslag vindt in het ongeschreven evenredigheidsbeginsel. Daaraan zal ook het bestreden besluit worden getoetst.
8 In dit geval is het afwijzen van de aanvraag niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Het is de verantwoordelijkheid van de onderneming om tijdig een aanvraag in te dienen. De onderneming heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan de afwijzing onevenredig moet worden geacht. Een groot aantal ondernemingen is wel in staat gebleken om binnen de aanvraagtermijn een TVL-aanvraag in te dienen. Dat de onderneming financiële gevolgen ervaart door haar te late aanvraag maakt het bestreden besluit evenmin onevenredig.
9 Het College is op grond van het voorgaande van oordeel dat de minister de aanvraag terecht op grond van artikel 2.4.6, eerste lid, aanhef en onder a, gelezen in samenhang met artikel 2.4.8 van de TVL, heeft afgewezen omdat niet is voldaan aan de voorwaarde dat de aanvraag tijdig is ingediend.
Conclusie
10 Het beroep is ongegrond.
11 De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Duuren, in aanwezigheid van mr. M.G. Ligthart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2023.
w.g. M. van Duuren w.g. M.G. Ligthart
BIJLAGE
Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL)
Artikel 2.4.6.
1. De Minister beslist afwijzend op een aanvraag:
a. indien de aanvraag niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde regels;
[…]
Artikel 2.4.8
1. Een aanvraag kan worden ingediend in de periode van 31 augustus 2021 tot en met 26 oktober 2021.
2. Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 08.00 uur op de in het eerste lid genoemde begindatum en zijn tijdig ingediend indien zij op de in het eerste lid genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen.