Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 oktober 2023 op het hoger beroep van:
Pluimveeslachterij [naam 1] B.V., te [woonplaats] ( [naam 2] )
Heijs
en
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de minister
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Procesverloop in hoger beroep
(rechtbank) van 23 december 2020 (ECLI:NL:RBROT:2020:12014) (aangevallen uitspraak).
Grondslag van het geschil
€ 2.500,- opgelegd (boetebesluiten), omdat zij bij het doden van dieren en daarmee verband houdende activiteiten er niet voor heeft gezorgd dat de betreffende kuikens elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden wordt bespaard. Volgens de minister heeft [naam 2] daarmee overtredingen begaan van artikel 6.2, eerste lid, van de Wet dieren, gelezen in samenhang met artikel 5.8 van de Regeling houders van dieren en met artikel 3, eerste en tweede lid, aanhef en onder d, en artikel 4, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (Verordening 1099/2009).
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
dr. ing. [naam 6] ( [naam 7] ), mevrouw [naam 8] , pluimveedierenarts bij Pluimveepraktijk [naam 9] , en drs. [naam 10] van Pluimveepraktijk [naam 10] (notities). Uit de notities vloeit voort dat bewustzijn kan en moet worden aangetoond aan de hand van ademhaling, pijn- of dreigprikkel en corneareflex. Volgens de minister laat een goed verdoofd kuiken de kop vanuit een verkrampte houding langzaam naar beneden zakken. Daarmee is echter niet onderbouwd dat een kuiken dat de kop opricht of snel fladdert met vleugels geen stuiptrekkingen, maar een spiertonus vertoont en dat daarmee zou zijn onderbouwd dat het kuiken nog bij bewustzijn is. Zo zijn de constateringen in de boetezaken met de kenmerken [nummer 1] en [nummer 4] door de toezichthouders niet getoetst aan de criteria ademhaling, pijn- of dreigingsprikkel en corneareflex zoals genoemd in de notities en is dus niet onderbouwd dat het kuiken nog bij bewustzijn was toen het werd aangesneden.
6 en 23 november 2017 blijkt dat zij toen al op de hoogte waren van problemen met de afstelling van de breastbar en het elektrisch waterbad. Deze problemen waren op het moment van de overtreding, op 27 november 2017, nog niet (voldoende) verholpen. Het lijden van de kuikens door stroomstoten had door [naam 2] vermeden kunnen worden door de problemen wel tijdig te verhelpen.
€ 2.250,-. Het College ziet reden deze boete verder te matigen met 10% tot een bedrag van
€ 2.000,-.
Slotsom
Beslissing
- vernietigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank van 23 december 2020 voor zover het de hoogte van de boetes betreft;
- stelt het bedrag van de boetes vast op € 1.750,- in boetezaak [nummer 1] en € 2.000,- in elk van de boetezaken [nummer 2] , [nummer 3] , [nummer 4] , [nummer 5] en [nummer 6] ;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van de aangevallen uitspraak;
3 oktober 2023.