ECLI:NL:CBB:2023:341
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Juridische beoordeling van subsidie vastelastenpercentage voor reisbranche onder de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 4 juli 2023, zaaknummer 21/1526, staat de definitieve vaststelling van de subsidie op grond van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL 1) centraal. De minister van Economische Zaken en Klimaat had op 7 april 2021 de subsidie voor de periode juni tot en met september 2020 vastgesteld op € 10.467,76. Dit besluit werd door de minister op 23 november 2021, na bezwaar van de onderneming [naam 1], ongegrond verklaard. De onderneming heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de minister een verweerschrift indiende. Tijdens de zitting op 31 oktober 2022 werd de zaak behandeld, maar de behandeling werd aangehouden om de minister de gelegenheid te geven om nadere informatie te verschaffen.
De minister heeft in zijn brief van 6 maart 2023 toegelicht dat het vastelastenpercentage voor TVL 1 is gebaseerd op de meest recente beschikbare gegevens uit 2013, en dat er geen gegevens beschikbaar waren voor de reisbranche op dat moment. Het College heeft geen juridische verplichting gezien om het percentage achteraf te corrigeren, omdat dit een aanzienlijke impact zou hebben op de uitvoering van de regeling. Het College concludeert dat de minister terecht het percentage van vier heeft vastgesteld voor de reisorganisator [naam 1].
De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep ongegrond is verklaard en dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en ondertekend door de rechters en de griffier.