In deze tussenuitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 7 februari 2023, zaaknummer 21/1526, staat de wijziging van het vastelastenpercentage voor de reisbranche centraal. De minister van Economische Zaken en Klimaat had op 7 april 2021 een subsidie van € 10.467,76 vastgesteld voor [naam 1] op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (TVL 1). Dit percentage was vastgesteld op vier procent. Echter, [naam 1] betwistte deze vaststelling en stelde dat het percentage ten onrechte niet was aangepast naar zes procent, zoals in latere regelingen was vastgesteld. De minister verklaarde het bezwaar van [naam 1] ongegrond, waarop [naam 1] beroep instelde.
Tijdens de zitting op 31 oktober 2022 werd de minister gevraagd om toelichting over de wijziging van het percentage. Het College oordeelde dat er onvoldoende informatie was verstrekt om een beslissing te nemen. Daarom werden er nadere vragen geformuleerd aan de minister, waarbij onder andere werd gevraagd naar de cijfers van het CBS waarop de percentages zijn gebaseerd en de reden voor de wijziging van vier naar zes procent. Het College gaf de minister vier weken de tijd om te reageren op deze vragen, waarna [naam 1] de gelegenheid krijgt om hierop te reageren. De beslissing om verdere stappen aan te houden werd ook genomen, in afwachting van de antwoorden van de minister.