ECLI:NL:CBB:2023:265
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.L. van der Beek
- T.D. Geldof
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen subsidieaanvraag COVID-19
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 mei 2023, zaaknummer 22/512, werd de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van een onderneming tegen besluiten van de minister van Economische Zaken en Klimaat beoordeeld. De onderneming had een subsidie aangevraagd op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het eerste en tweede kwartaal van 2021. De minister had de aanvraag voor het eerste kwartaal ingewilligd, maar de aanvraag voor het tweede kwartaal afgewezen omdat het omzetverlies niet voldeed aan de vereiste van ten minste 30%. De onderneming stelde dat de termijnoverschrijding voor het indienen van bezwaar tegen het eerste besluit verschoonbaar was, omdat zij op basis van communicatie met de minister had aangenomen dat bezwaar maken geen zin had. Het College oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de onderneming niet redelijkerwijs kon menen dat er al een besluit was genomen ten tijde van de correspondentie. Het College bevestigde dat de minister terecht de omzetgegevens van de Belastingdienst als uitgangspunt had genomen voor de berekening van het omzetverlies en dat de minister niet in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel had gehandeld door aanvullende informatie op te vragen. De uitspraak concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de minister de besluiten rechtmatig had genomen.