ECLI:NL:CBB:2023:261
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van subsidieaanvragen COVID-19 en omzetverliescriteria
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 mei 2023, worden de beroepen van [naam 1] B.V. tegen besluiten van de minister van Economische Zaken en Klimaat inzake de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 behandeld. De vennootschap had subsidie aangevraagd voor het vierde kwartaal van 2020 en het tweede kwartaal van 2021, maar de minister stelde de subsidie voor het vierde kwartaal op nihil vast en wees de aanvraag voor het tweede kwartaal af, omdat de vennootschap niet voldeed aan de eis van minimaal 30% omzetverlies. De vennootschap betwistte deze besluiten en stelde dat de minister ten onrechte was uitgegaan van de aangiften omzetbelasting in plaats van haar financiële administratie. Het College oordeelde dat de minister terecht de aangiften omzetbelasting als uitgangspunt had genomen, aangezien de Regeling dit voorschrijft. De vennootschap kon niet aantonen dat haar netto-omzet niet correct was weergegeven in de aangiften. Het College concludeerde dat de besluiten van de minister niet in strijd waren met het gelijkheidsbeginsel en dat de vennootschap niet in aanmerking kwam voor subsidie. De beroepen werden ongegrond verklaard, en de minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.